Check-in

1. Check ik het dossier op eerdere ervaringen of bijzonderheden? (Ja/Nee)
2. Vraag ik wie voor me zit en of er sprake is van ervaringen die het onderzoek kunnen beïnvloeden? (Ja/Nee)

Informatie

1. Leg ik duidelijk uit hoe het onderzoek gaat verlopen en geef ik ruimte voor vragen? (Ja/Nee)

Voorkeuren bespreken

1. Benadruk ik dat het mogelijk is om tussentijds te stoppen en maak ik een pijnafspraak om te stoppen als het te pijnlijk wordt? (Ja/Nee)
2. Vraag ik naar de gewenste manier om te communiceren tijdens het onderzoek? (Ja/Nee)
3. Vraag ik of de patiënt door het proces heen gepraat wil worden of juist niet? (Ja/Nee)
4. Bespreek ik wie er bij het onderzoek aanwezig zal zijn en vraag ik in het geval van studenten en stagiairs toestemming? (Ja/Nee)

Houding

1. Ben ik open en maak ik oogcontact tijdens het onderzoek? (Ja/Nee)
2. Vermijd ik het geven van (positieve of negatieve) uitspraken over het lichaam? (Ja/Nee)

Consistentie

1. ‍‍Houd ik me aan de gemaakte afspraken tijdens het onderzoek? (Ja/Nee)

Privacy

1. ‍‍Zorg ik ervoor dat de patiënt in privacy kan aankleden en bied ik faciliteiten zoals maandverband of doekjes aan? (Ja/Nee)
2. Vermijd ik inhoudelijke gesprekken tijdens het aankleden? (Ja/Nee)

Nagesprek

1. ‍‍Vraag ik na het onderzoek hoe de patiënt zich voelt? (Ja/Nee)
2. Bied ik de mogelijkheid om in een aparte ruimte even bij te komen? (Ja/Nee)
3. Geef ik de patiënt na het onderzoek ruimte voor terugkoppeling van hun ervaring? (Ja/Nee)
4. Bespreek ik de uitkomsten van het onderzoek aan tafel, duidelijk en begrijpelijk? (Ja/Nee)

Veel ‘Ja’-antwoorden?
‍Je bent goed op weg naar een werkwijze die hoort bij de nieuwe standaard van inwendig onderzoek. Blijf deze aanpak vasthouden en ontdek waar je jezelf nog verder kunt ontwikkelen. Kleine verbeteringen maken het verschil.

Een paar ‘Nee’-antwoorden?
Wanneer je een aantal keer ‘Nee’ hebt ingevuld, kan dat een signaal zijn om stil te staan bij je werkwijze. Bedenk welke kleine acties je komende weken kunt uitproberen om je patiëntgerichte aanpak verder te versterken.

Meerdere ‘Nee’-antwoorden?
Dit is hét moment om je werkwijze te herzien. Overweeg een training zoals DGO en ga het gesprek aan met je team. Samen kun je bouwen aan zorg die echt aansluit bij wat patiënten nodig hebben.

• Welke woorden gebruik jij tijdens het onderzoek, en waarom?
• Wanneer voelde jij je zelf ongemakkelijk tijdens een onderzoek?
• Hoe zorg je ervoor dat je taal en houding aansluit bij de patiënt?
• Wat vind jij het moeilijkst in het bespreken van grenzen met patiënten?
• Welke blinde vlekken denk je te hebben in je communicatie?

• Kun je een moment beschrijven waarop je merkte dat een patiënt zich niet veilig voelde?
• Hoe ga je om met je eigen ongemak of onzekerheid tijdens het onderzoek?
• Wat helpt jou om rust en vertrouwen te creëren in de spreekkamer?

• Hoe bespreek je voorkeuren en grenzen met patiënten?
• Welke rol speelt de regiekaart in jouw praktijk, en hoe gebruik je deze?
• Hoe zorg je ervoor dat het hele team op één lijn zit wat betreft Nomi-principes?
• Hoe ga je om met situaties waarin patiënt en zorgverlener andere verwachtingen hebben?

• Wat zou je willen veranderen aan jouw aanpak om het onderzoek meer in lijn met de Nomi-principes te maken?
• Welke ondersteuning heb je nodig om dit in de praktijk te brengen?
• Hoe kan jouw team beter samenwerken om deze zorgstandaard te borgen?
• Welke scholing of tools hebben volgens jou de grootste impact?

Door deze vragen met elkaar te bespreken, ontstaat meer inzicht in wat werkt en waar verbetering mogelijk is. Het stimuleert een cultuur van openheid en continue ontwikkeling, passend bij de waarden van Nomi.