Mijn eigen ervaringen met intieme onderzoeken zijn wisselend geweest. De ene keer voelde ik me gezien, de andere keer vooral... als een lichaam. Niet als persoon. Vooral in het ziekenhuis heb ik dat verschil gemerkt. Tijdens een fertiliteitsonderzoek werd er nauwelijks afgestemd. De arts legde wel uit wat ze ging doen, maar bracht het instrument zonder overleg in. En ik? Ik zei er niets van. Niet op dat moment, en ook niet achteraf. Terwijl het me wel raakte. Ook de huisartsassistente was vriendelijk en helder in uitleg, maar keek zichtbaar verbaasd toen ik zelf wilde aangeven wanneer ik er klaar voor was. Alsof dat niet de bedoeling was. Terwijl dat zó belangrijk is: dat het op jouw tempo gebeurt. Bij de verloskundige was het heel anders. Zij stemde af, vroeg, wachtte, voelde aan wanneer ik klaar was. Dat maakte het verschil.
“Dat is zó belangrijk: dat het op jouw tempo gebeurt”
Wat me in het hulpmiddel van NOMI aanspreekt, is precies dat. Dat je zelf bepaalt wat er met je lichaam gebeurt. Dat je ergens écht toestemming voor geeft, niet alleen door ‘ja’ te zeggen, maar doordat iemand je eerst vraagt: Ben je er klaar voor? Die vraag klinkt simpel, maar hij doet zoveel. Het haalt je even terug naar jezelf. Naar je gevoel. Naar het besef dat je controle hebt. Wat mij betreft zou dat veel vaker onderdeel mogen zijn van zorg. Niet alleen bij vaginale onderzoeken, maar ook bij iets simpels als een infuus of een injectie. Je lichaam heeft grenzen, en die mag je aangeven. Sterker nog: zorgverleners zouden actief mogen helpen om die grenzen te bewaken. Want je bent in die situatie vaak kwetsbaar, afhankelijk. Het helpt dan als niet alles van jou hoeft te komen.