Ik had een afspraak bij de gynaecoloog en dacht dat het een consult zou zijn. Gewoon bespreken wat er ging gebeuren. Maar toen ik daar zat, vroeg de arts of we het spiraaltje meteen zouden plaatsen. Ik voelde me overvallen, maar zei toch ja. Ik was er nu toch al? Het was mijn tweede spiraal in korte tijd en een afspraak met een gynaecoloog betaal je zelf. Achteraf denk ik: ik had gewoon even iemand moeten bellen. Iemand om me op te halen, of om mee te overleggen. Maar die ruimte voelde ik niet. Ik was op de fiets gekomen, wat achteraf niet zo handig was.
Het plaatsen zelf ging eigenlijk goed. De arts was een man, wat ik spannend vond omdat ik nog nooit bij een gynaecoloog was geweest. Maar hij was professioneel, keek me aan, legde alles rustig uit en sprak echt met míj. Dat maakte veel uit. De duidelijke, rustige communicatie hielp me ontspannen, ondanks de spanning. Toch voelde ik me daarna overweldigd. Wat ik miste, was ruimte om even bij te komen. Bij de plaatsing van mijn vorige spiraal mocht ik blijven liggen toen ik me licht in mijn hoofd voelde. Deze keer moest ik meteen weg, en even later zat ik in m’n eentje op de stoep omdat ik me niet goed voelde.
“Wat ik miste, was ruimte om even bij te komen.”
Je hebt na zo’n behandeling gewoon even tijd nodig, maar die is er vaak niet. En dan ga je twijfelen: is het normaal dat ik me zo voel? Daar hoor je zelden iets over. Het hulpmiddel van Nomi heeft me daar erg bij geholpen. Daarin stonden hele concrete dingen die je kunt zeggen of doen tijdens zo’n afspraak. Precies wat ik nodig had. Want niemand vertelt je hoe het gaat, wat je mag verwachten, of hoe je je grenzen kunt aangeven. Het gaf me weer een beetje regie. De ervaringsverhalen vond ik ook fijn om te lezen. Ze lieten zien dat ik niet de enige ben, en dat het oké is als iets niet goed voelt. Soms heb je pijn of voelt het rot, en dan is het zó waardevol om te lezen dat dat niet raar is. Het helpt om je grenzen te herkennen en aan te geven. Zelfs iets kleins als je hand opsteken als het niet gaat. Soms is praten te veel, maar een klein gebaar kan genoeg zijn.